|
|
Scheef bultschelpje
Altenaeum dawsoni
(Jeffreys, 1864)
Zoekbeeld
Mariene tweekleppige: Tot 1,7 mm.
Vuilwit, opperhuid geelgroen tot grijsbruin. Verse exemplaren hebben
vaak een lichtbruine aanslag.
Stevig, relatief dikschalig schelpje. Umbo bol,
prodissoconch duidelijk afgegrensd. Glad met grove groeilijnen.
Heterodont, grof slot. Onderrand glad. Noordzee, verder van de kust.
Spoelt vermoedelijk alleen fossiel aan.
Te verwarren met
Kurtiella bidentata, Montacuta substriata.
Kenmerken
Afmetingen:
L. tot 1,5, H. tot 1,7 mm.
Schelpkleur: Vuilwit, opperhuid geelgroen tot grijsbruin. Verse exemplaren hebben vaak een lichtbruine aanslag, vooral rond de top.
Schelpvorm: Stevig, relatief dikschalig schelpje. Umbo bol,
prodissoconch duidelijk afgegrensd en ca. eenderde van de totale schelp
innemend.
Sculptuur: Het oppervlak van de schelp is glad. Er zijn enkele grove groeilijnen.
Slot: Heterodont slot, slotplaat en slottanden fors. Links 1
zwakke en 1 forse en rechts 2 sterke cardinale tanden. Beide kleppen met
2 laterale tanden.
Binnenzijde schelp:
Dier: Over het dier werden geen gegevens getraceerd.
Habitat en ecologie
De soort
leeft zowel in zandige als slibrijke bodems. Over
de specifieke
habitat en/of over eventuele bodemdieren waarmee de soort
commensalistisch
zou kunnen samenleven, is niets bekend.
Areaal en verspreiding
Van de
noordelijke IJszee tot in de Middellandse
Zee (diep
water). Soort met een meer boreale verspreiding: bij Groenland
gevonden op
diepten variërend van 5 tot 3.200 m. In onze streken leeft het
dier
vermoedelijk op de zuidgrens van het verspreidingsgebied. Op het NCP in
1991 voor het
eerst waargenomen op meerdere plaatsen in het gebied van de
Oestergronden.
Ondanks het geringe formaat, is het schelpje qua vorm en slot
goed
herkenbaar. Het is daarom opvallend dat er nooit eerder exemplaren zijn
aangetroffen.
Op het strand: (Sub-)fossiel materiaal is wel regelmatig aangetroffen, zowel in
monsters en
boringen op en in de zeebodem, als in aanspoelsel op het strand
(onder andere
in Zeeland, op de Zuid-Hollandse eilanden en op de Waddeneilanden).
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R.
Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische
atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en
Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al, 2013
-Ecologische atlas- 2013)
[HR feb. 2014]
Commentaar
Grafieken